Ezra 4:1

SVToen nu de wederpartijders van Juda en Benjamin hoorden, dat de kinderen der gevangenis den HEERE, den God Israels, den tempel bouwden;
WLCוַֽיִּשְׁמְע֔וּ צָרֵ֥י יְהוּדָ֖ה וּבִנְיָמִ֑ן כִּֽי־בְנֵ֤י הַגֹּולָה֙ בֹּונִ֣ים הֵיכָ֔ל לַיהוָ֖ה אֱלֹהֵ֥י יִשְׂרָאֵֽל׃
Trans.wayyišəmə‘û ṣārê yəhûḏâ ûḇinəyāmin kî-ḇənê hagwōlâ bwōnîm hêḵāl laJHWH ’ĕlōhê yiśərā’ēl:

Algemeen

Zie ook: Tempel (2de)

Aantekeningen

Toen nu de wederpartijders van Juda en Benjamin hoorden, dat de kinderen der gevangenis den HEERE, den God Israëls, den tempel bouwden;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַֽ

-

יִּשְׁמְע֔וּ

hoorden

צָרֵ֥י

Toen nu de wederpartijders

יְהוּדָ֖ה

van Juda

וּ

-

בִנְיָמִ֑ן

en Benjamin

כִּֽי־

dat

בְנֵ֤י

de kinderen

הַ

-

גּוֹלָה֙

der gevangenis

בּוֹנִ֣ים

bouwden

הֵיכָ֔ל

den tempel

לַ

-

יהוָ֖ה

den HEERE

אֱלֹהֵ֥י

den God

יִשְׂרָאֵֽל

Israëls


Toen nu de wederpartijders van Juda en Benjamin hoorden, dat de kinderen der gevangenis den HEERE, den God Israëls, den tempel bouwden;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!